logo

Vijf vragen aan: Janny Stecher, Oudheidkamer Pernis

… Levenslange passie voor Pernis       

Waar bent u geboren?

‘Ik ben geboren aan de Ring en ik woonde als kind ook aan de Ring. In het begin van ons huwelijk even aan de Tuinlaan gewoond, in een klein huisje. Dat was gebouwd voor vissers en arbeiders. De eigenaar was een rijke boer en de huur was 4,45 gulden per maand. Al die huisjes werden flink opgeknapt door jonge gezinnen, maar we konden ook  behoorlijk sparen en we kochten na een aantal jaar ons eigen huis met grote tuin aan de Ring. Uiteindelijk word ik ook begraven aan de Ring, zeg ik altijd.’

Hoe bent u betrokken geraakt bij de Oudheidkamer en het voorzitterschap?

‘Ik ben begonnen als werknemer van de Shell zoals zovelen met mij hier in Pernis. Op de loonafdeling werkte ik en toen ik kinderen kreeg ben ik daarmee gestopt en werd fulltime huisvrouw. Zo ging dat in die tijd. Maar ik ben wel eerder actief geweest in andere bestuursfuncties. Wij hadden namelijk een grote tuin achter ons huis en daar hielden we paarden. Zo kwam ik in het bestuur van de ruitervereniging. Ook regionaal was er een vereniging waar ik me met besturen heb beziggehouden. Toen de kinderen hun belangstelling verloren voor het paardrijden, ben ik daar ook mee gestopt. En ik kwam op een tentoonstelling André Rila tegen. Hij stond daar met zijn verzameling prentbriefkaarten en andere curiosa uit vervlogen dagen. Hij vertelde me dat hij op het punt stond alles weg te doen, omdat hij niet voldoende opslagruimte had voor de verzameling. Hij wist dat er een pand, tot dan toe als schuur in gebruik, leegkwam aan de Pastoriedijk. Om die te kunnen huren van ‘de stad’ (gemeente Rotterdam) moest André wel een stichting oprichten. Dat werd de Stichting Oudheidkamer Pernis en André Rila werd secretaris en penningmeester en ik werd gevraagd voor voorzitter. Dat was in oktober jl. 25 jaar geleden. Helaas is André in 2014 overleden.’

Even vijfentwintig jaar terug, het bestuur was er, de vervallen schuur ook, maar nog geen museumwoning en archieven, toch?

‘Welnee, we hebben alles met eigen handen moeten opbouwen. Letterlijk puingeruimd in de schuur, die eerst dienstdeed als kuipenmakerij voor de visserij en later werden er wastobben en regentonnen gemaakt. Daarna werd het een klompenmakerij. We begonnen met verzamelen van alles wat te maken had met de rijke geschiedenis van Pernis. In deze kleine hechte gemeenschap leeft de interesse voor het verleden enorm. Veel bewoners kwamen en komen oude foto’s en attributen brengen om een plaats te krijgen in ons steeds groter wordend archief. In 1998 hebben we ook de naastgelegen woning van de kuipenmaker kunnen kopen om onze museumwoning in te realiseren. Daar is nu een stijlkamer met bedstee en een keukentje. Op de eerste etage bevindt zich het archief en een leestafel, de plaats waar bewoners elkaar ontmoeten, een kopje koffie of thee kunnen drinken en daar komen de verhalen los.

Dat is heel wat voor zo’n kleine gemeenschap, hoe hebben jullie dat gefinancierd?

‘Gelukkig hebben we van de Rabobank Pernis, die toen 100 jaar bestond 50.000 gulden gekregen.  En een mooi bedrag van de wijkraad en de rest van een aantal bekende Stichtingen en Fondsen.

april2014 104
Museumwoning Pernis

Ineens waren we eigenaar van een eigen museumwoning en huurden we nog de naastgelegen tentoonstellingsruimte. Totdat ‘de stad’ dit pand twee jaar geleden wilde verkopen aan de hoogste bieder. Na flink onderhandelen en nadat we konden aantonen dat we in al die jaren heel wat geïnvesteerd hadden om alles te restaureren konden we dit mede dankzij giften en een zuinig beleid aankopen. En dat terwijl wij geen subsidie hebben maar alleen bestaan van donateurs. Jaarlijks doneren zij minimaal € 13,50 en hiervoor ontvangen zij 4 x per jaar een boekje, en onze Nieuwsbrief, met leuke verhalen over Pernis. Ieder jaar komt er van ons een kalender met oude foto’s of kaarten van Pernis en omstreken uit. Uiteraard staat het eenieder vrij om meer te doneren en dat gebeurt dan ook wel. Maar verder moeten we onszelf bedruipen met wat er binnenkomt via onze 821 donateurs. Dat is inderdaad voor een kleine gemeenschap een flink aantal. Hoewel er elk jaar leden overlijden, komen er ook steeds nieuwe donateurs bij. Dat zijn ook jonge mensen, die hier pas zijn komen wonen en die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van Pernis.’

Wat is er allemaal te zien en te vinden in de Oudheidkamer?

‘Dat is een heel divers aanbod aan boeken, foto’s, microfiches met een aantal genealogische gegevens van mensen die gewoond hebben in Pernis, Albrandswaard en Hoogvliet, oude klederdrachten, attributen en werktuigen. Onverwacht voor zo’n klein museumpje en te uitgebreid om op te noemen eigenlijk. Soms krijgen we hier kinderen, die een spreekbeurt willen houden over de visserij of zelfs buitenlandse studenten, die meer wilden weten over gemeenschappen, die leven onder de rook van de grote industrie. Die helpen we dan op allerlei manieren en als zij foto’s willen hebben dan rekenen wij een klein bedrag om onze onkosten te dekken.

Interieur Oudheidkamer Pernis
Interieur Oudheidkamer Pernis

Mensen weten ons te vinden. Dat is eigenlijk een van de leukste aspecten van een eigen plek in het dorp. Soms ontmoet je een oud-bewoner, die nog eens terug wil naar vroeger. En een ander moment komen er bezoekers uit Pernis, Rotterdam, het eiland Voorne Putten, of uit het buitenland met vragen over vervlogen tijden en voor onze tentoonstellingen. Voor al die bezoekers willen wij een vraagbaak zijn en blijven. We zijn altijd druk met verzamelen en digitaliseren van ons archief en het voorbereiden van een volgende tentoonstelling. Ook het opknappen van de ruimtes heeft onze volle aandacht. Momenteel wordt er boven behangen en geverfd en op 1 februari zijn we weer geopend. U bent dan van harte welkom op onze nieuwe tentoonstelling over de visserij ‘Geen zee te ver’.

Meer informatie: www.oudheidkamerpernis.nl

Door Judith van Gilst