Hoe Rotterdam ontstond: tijdlijn
1270 – Dam in de Rotte
Rond 1270 kwam Schielands Hoge Zeedijk gereed. Het sluitstuk was een dam in de Rotte. Daar waar de Rotte in de Maas uitwaterde, ter hoogte van waar nu de nieuwe Markthal staat. Deze dam moest een constructie zijn waarmee de Rotte op de Maas kon blijven afwateren, terwijl het Maaswater buitendijks bleef. Men legde daarom in de dam een reeks kleine spuisluizen aan. Elk voorzien van een deur die bij vloed door het stijgende Maaswater vanzelf werd dichtgedrukt, maar bij eb openstond om het Rottewater door te laten. In de Markthal is een Tijdtrap te zien die begint in 1270.
1466 – Erasmus Roterodamus
Waarschijnlijk in 1466, in de vroege ochtend van 28 oktober, werd het kind geboren dat Rotterdam wereldberoemd zou maken: Desiderius Erasmus. Hoewel hij al voor zijn vijfde verjaardag Rotterdam voorgoed had verlaten, heeft Erasmus altijd uitgedragen dat hij een geboren Rotterdammer was. Hij signeerde altijd met Erasmus Roterodamus, Erasmus van Rotterdam. Met zijn pleidooi voor verdraagzaamheid, wellevendheid en innerlijke beschaving, en zijn veroordeling van geweld, doet hij tot op de dag van vandaag zijn invloed gelden.
1611 – Bouwen van Waterstad
Van 1574 tot 1611 bouwde Rotterdam de havens langs de Maas, die gezamenlijk bekend staan als Waterstad: van het Haringvliet aan de oostzijde, tot aan de Leuvehaven en de Boompjes aan de westzijde van het havenfront. Daarmee werd het havenareaal driemaal zo groot als daarvoor en verdubbelde het stadsgebied. Rotterdam werd er ook
mooier van. In de achttiende eeuw verrezen in Waterstad deftige koopmanshuizen. De Boompjes met z’n dubbele rij linden stond al snel bekend als een van de mooiste aanlegkaden van Nederland.
1877 – Klaar om de grootste haven te worden
Na 1850 werd duidelijk dat Rotterdam zijn havens moest uitbreiden. Het eiland Feijenoord ten zuiden van de Maas was daarvoor de aangewezen plek. Er waren dus oeververbindingen tussen noord en zuid nodig. In 1877 liep vanuit Feijenoord de eerste trein over de nieuwgebouwde spoorbrug en het luchtspoor, dwars door de oude binnenstad. De Nieuwe Waterweg, die de havens een korte, open verbinding met zee gaf, was inmiddels gegraven. Rotterdam was klaar om de grootste haven van Europa te worden. Die groei was de reden dat de draaibrug in het spoor in 1927 werd vervangen door stadsicoon De Hef.
1920 – Het nieuwe stadhuis
In 1910 was het inwonersaantal van de stad gestegen tot boven de 450.000 mensen, en Rotterdam groeide nog steeds. Een nieuw stadhuis leek nodig: een indrukwekkend gebouw als bekroning op een stelsel grootstedelijke boulevards die Rotterdam een internationale uitstraling gaven, zoals de haven al had. De Coolsingel – oorspronkelijk een stadsvest -, werd gedempt en de krotwoningen aan de stadszijde werden gesloopt. Ze maakten plaats voor het stadhuis, dat leek op een Frans kasteel. De eerste raadsvergadering vond er plaats in 1920.
1940 –Bombardement
Op 14 mei 1940 gooiden Duitse bommenwerpers het centrum van Rotterdam plat. De binnenstad en een enkele omliggende wijken veranderden in een zwartgeblakerde ruïne. De brandgrens van toen is nog steeds zichtbaar in het Rotterdam van nu. Tussen de resten van de Laurenskerk stond de toren nog fier overeind, evenals het Stadhuis en het postkantoor aan de Coolsingel. Rotterdammers gingen direct aan de slag om puin te ruimen. Op 18 mei, slechts vier dagen na het bombardement, gaf het stadbestuur de stadsarchitect opdracht een nieuw centrum te ontwerpen. Echter, in 1942 kondigde de bezetter een bouwstop af.
1945 - Wederopbouw
Pas na de bevrijding kon Rotterdam echt gaan bouwen. Daarbij kregen de havens en de bouw van een zaken- en winkelcentrum voorrang boven woningen en culturele voorzieningen. Het Groothandelsgebouw gold na de opening in 1953 lange tijd als hét voorbeeld voor het nieuwe zakendoen in een imposant bedrijfsverzamelgebouw. Misschien nog méér internationale uitstraling had het winkelcentrum De Lijnbaan, dat na oplevering – ook in 1953 – al snel beschouwd werd als het modernste winkelcentrum ter wereld. Het kreeg internationaal veel navolging. Met de opening van de nieuwe concertzaal De Doelen in 1966 had Rotterdam eindelijk weer een cultureel gebouw met allure.
1996 – Herbestemming van het havengebied
Na de oorlog schoven de haven- en industriegebieden steeds verder naar het westen. Via Botlek en Europoort naar de Eerste en Tweede Maasvlakte. Zo verloren de havens op zuid hun functie, terwijl de andere bebouwing daar in hoog tempo verloederde. Op basis van de nieuwe stadsvisie is er hernieuwde aandacht voor de zuidoever ontstaan. De negentiende-eeuwse havens werden hergebruikt voor woningbouw, kantoorbouw en culturele recreatie. Om de Kop van Zuid te verbinden met het stadscentrum op de noordoever, kwam er aan de rand van het centrum een nieuwe elegante brug: de Erasmusbrug. In 1996 werd deze met veel publiciteit geopend.
2014 - Een wereldstad met iconen
Het nieuwe Centraal Station en de Markthal: met de opening in 2014 van deze twee opvallende gebouwen positioneert Rotterdam zich als wereldstad die je gezien moet hebben. Deze iconen van nu zijn over honderd jaar erfgoed. Ze zorgen voor trotse Rotterdammers en veel bezoekers uit binnen- en buitenland. Datzelfde geldt voor het erfgoed dat al eerder een nieuwe functie kreeg: het kantoor van de Holland-Amerikalijn als Hotel New York, de werkkantine op Katendrecht als Theater Walhalla en de Van Nellefabriek als bolwerk van creatieve onder-
nemers. Hiermee bezit Rotterdam inmiddels een inspirerende mix van erfgoed en nieuwe architectuur. En we zijn nog lang niet uitgebouwd.
Nu - Rotterdam verandert per dag
Een bekend citaat luidt: “Die stad komt nooit af.” De dynamiek vraagt om een voortdurende ontwikkeling. De hoogbouw, de moderne architectuur en de culturele diversiteit passen ondertussen als nieuwe attracties helemaal bij het hedendaagse Rotterdam. Rotterdam bouwt voort op zijn eigen geschiedenis. Een verleden om te koesteren en dat we zorgvuldig moeten blijven inpassen in de vooruitgang van de stad.