logo

Vijf vragen aan…

Maria Heiden

Vijf vragen aan….. Maria Heiden

door Judith van Gilst

Zij was vijfendertig jaar eigenaar van boekhandel Van Gennep op de Oude Binnenweg. Koningin van de Binnenweg, een begrip in literair en cultureel Rotterdam. Initiatiefnemer van literaire evenementen, verzorgde boekbesprekingen op Radio Rijnmond en voor de Vara, schreef onder andere korte verhalen en toneelstukken, kinderverhalen en interviewde gedurende vele jaren in café Floor talloze bekenden uit de politiek en de cultuur.

Maria Heiden
Maria Heiden

Waar bent u geboren?

Ik ben geboren onder de rook van Rotterdam in Bolnes. Nu hoort het bij Ridderkerk maar in die tijd was het een dorp met zeven straten met een Boven- en een Benedendijk.  Men werkte op de scheepswerven, maar mijn vader was er een kleine aannemer van talloze huizen en kende het hele dorp. Hij moest samen met mijn moeder hard werken net als iedereen in die tijd. Hij was een autodidact, had het vak geleerd van vader op zoon. Een bijzonder man, ik heb een boek over hem geschreven……

Ik heb gelezen dat u op D-day geboren bent. Ook na 75 jaar moet dat bijzonder zijn, toch?

Ja, dat is het zeker en vooral als je bedenkt hoe dat toen is gegaan. Ik was de jongste van vier kinderen. Terwijl mijn moeder in de voorkamer aan het bevallen was van mij, zat mijn vader met zijn oor aan de radio gekluisterd om te horen wat er allemaal gaande was in Frankrijk. En toen ik was geboren riep hij: ‘het is een meisje en we noemen haar Invasia’.  Een ultieme daad van verzet in het nog bezette deel van Nederland. Gelukkig is dit later veranderd in Maria, vernoemd naar mijn moeder. Mijn zus kwam er minder genadig vanaf, zij werd geboren in 1941 en werd Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina genoemd. Wij noemen haar Julia, maar voor mijn ouders bleef ze Juliana.

Las u als kind ook al zoveel? Ik bedoel, zat het er altijd al in dat nieuwsgierige?

Jazeker, ik las wel drie boeken per week. Die leende ik in de bibliotheek. Ik speelde als kind ook heel graag buiten en bij ons in de polder kon dat ook naar hartenlust. Ik vond school maar niks. Ik ging naar de lagere school op het dorp en de MMS (meisjesschool) was in Rotterdam-Zuid. Tegen het eind van die opleiding kreeg ik wel door dat ik maar beter even mijn best kon doen, want dan was ik er eerder vanaf.  En zo geschiedde… na mijn eindexamen ging ik werken in Zuid-Frankrijk. Ik ging werken als serveerster, niet met kinderen als au pair zoals de meeste meisjes in die tijd. Eenmaal terug in Nederland wilde ik boekhandelaar worden en volgde de opleiding voor Boekhandel en Uitgeverij in Amsterdam. Ik ging werken bij Donner op de Korte Lijnbaan.

Dat was het begin ……….en hoe eindigde u als koningin van de Binnenweg?

Nou daar zijn natuurlijk heel wat jaren overheen gegaan en die naam heb ik niet verzonnen.

Bij Donner in de kelder waar in 1963 de pockets verkocht werden. Er werkten daar in die tijd alleen maar dames. Je werd geacht te verschijnen in een rok met nylonkousen. Zomer en winter bij warm of koud weer dat maakte niet uit. De baas kwam langs bij het jaarlijks opmaken van de balans en ging dan met ons bidden. Naast ons was een winkel met vegers en bezems, dat zou nu totaal niet meer passen in een winkelgebied als de Lijnbaan. Bij Scheffers kon je lunchen met een kroketje, dat waren tijden. In 1974 heb ik mijn langgekoesterde wens, een eigen boekhandel naar voorbeeld van Shakespeare and Company in Parijs, kunnen waarmaken en ben ik gestart met de Rotterdamse vestiging van boekhandel Van Gennep. Samen met Rob van Gennep uit Amsterdam, boekhandelaar en uitgever. Hij was mijn compagnon in dit avontuur, dat ik aanging nadat ik de erfenis van mijn ouders had gekregen. Al mijn geld heb ik erin gestopt en toen Rob helaas veel te jong overleed, heb ik het overgenomen en was ik alleen eigenaar. De naam heb ik toen gewijzigd in ‘voorheen Van Gennep’. Dat was voor de herkenbaarheid en ook wel een mooi gebaar naar Rob. Zo had ik een winkel waar schrijvers, journalisten, dichters, kunstenaars en vooral Rotterdammers het fijn vonden om te komen, rond te kijken en zich laten adviseren over boeken. Intussen las ik ’s nachts, had ik boekbesprekingen voor verschillende radioprogramma’s, hield me bezig met de organisatie van literaire bijeenkomsten en nog veel meer.  Ik heb tot ik op mijn 65e gewerkt op dit unieke plekje aan de Oude Binnenweg en toen de winkel verkocht.

Bent u trots zijn op de stad?

Nou, dat ben ik zeker. Af en toe is het wel erg druk in de stad, bijvoorbeeld in de Witte de Withstraat, ongelofelijk. Niet te vergelijken met toen ik met mijn winkel begon in 1974. Ook wat betreft de festivals is er een enorme groei geweest. Te veel om allemaal te bezoeken. Vroeger was ik alle dagen te vinden op Poetry, ik wilde niets missen. En tijdens het Filmfestival was ik ook altijd te vinden in LanterenVenster. Nu ben ik selectiever, maar ik geniet nog steeds van cultuur. Voor Donner interview ik nog wel eens schrijvers net als vroeger en dat is heel leuk om te doen. En nu schrijf ik dus ook weer een verhaal voor ze over mijn begintijd bij Donner. Ik ben nog steeds gretig en doe alles met veel plezier.