logo

Boekpresentatie tijdens Roterodamum Café

do 19 oktober 2023

Tijdens het Roterodamum Café op donderdag 19 oktober in het theater van Boekhandel Donner presenteerde Margot Heijnsbroek haar boek ‘De wereld van mijn voormoeders – Een r.-k. landarbeidersfamilie op Flakkee en in Rotterdam (1851-1959)’. 

De drukbezochte bijeenkomst werd geopend door Leo van de Wetering, gastheer namens Donner en Ton Wesselink, voorzitter van Roterodamum. Margot Heijnsbroek vertelde wat de aanleiding was om het boek te gaan schrijven en zij nam het publiek mee in haar familiegeschiedenis.

De auteur overhandigde het eerste exemplaar van het boek aan Rien Vroegindeweij, schrijver, dichter en columnist. Rien Vroegindeweij vertelde daarna over zijn jeugd in Middelharnis en hoe het was om op zijn 18e van Flakkee naar Rotterdam te verhuizen. De middag werd afgesloten met de vertoning van een korte film van Joop Geesink uit 1963: ‘Koers Amerika.’

Over het boek van Margot Heijnsbroek: ‘Afstammelingen van eilandbewoners zijn we’. Deze zinsnede in een oude brief van haar tante Tonia roept bij de auteur de vraag op of het moeilijke karakter van haar moeder Anny met hun Flakkeese roots te maken heeft. Na vijf jaar speuren in archieven volgens de vrouwelijke afstammingslijn, komt zij tot een mogelijk antwoord. Elk hoofdstuk ontrafelt met veel feiten een stukje van het verleden, waarna meestal een fictief deel volgt over hoe het kan zijn gegaan. Hoofdpersonen zijn haar overgrootmoeder Teuntje en grootmoeder Toos. Het verhaal begint met Teuntjes geboorte in 1851 en eindigt in 1959 als Toos overlijdt. Teuntje en haar familie – arme landarbeiders – wonen in Achthuizen, het enige katholieke dorp op het protestantse Goeree-Overflakkee. Eenmaal getrouwd met de boerenknecht Karel verhuist ze met hem zoekend naar werk van de ene naar de andere boer. Tot hij in 1894 in Achthuizen aan de slag kan, waar dan naast de kerk een nonnenschool voor hun kinderen staat. In 1903 verschuift het toneel naar Rotterdam, waar Teuntje en Karel zoals tienduizenden anderen van de Zuid-Hollandse eilanden op een beter bestaan hopen. Vijf van hun kinderen gaan mee, maar de oudste – Geert – blijft achter. In de verzuilde havenstad vinden ze een katholieke bubbel, die nog meer dan voorheen hun leven bepaalt. Karel boert er goed in zijn waterstokerij, met dochter Toos in de winkel. En ook de andere kinderen doen het niet slecht. Maar in 1927 slaat het noodlot toe bij Toos en haar strenggelovige man Pieter. Wat hun gehele gezin dupeert, maar vooral dochter Anny.

Uitgeverij Verloren, 336 pagina’s,  ISBN 9789464550702, Paperback, 33 euro